DIVERSITEIT EN UNICITEIT

 

Net als bloemen en planten heb je mensen in soorten en maten. Deze diversiteit en uniciteit maakt de wereld mooi. Ik wil graag aandacht en meer waardering voor deze diversiteit.

 

Toch krijgt de mens te maken met instanties die van onze gevarieerde soort een eenheidsworst proberen te maken. Dit begint al bij de geboorte.

 

 

 

 

Zodra er een klein mensje wordt geboren, wordt er gemeten om afwijkingen direct te kunnen opsporen. Ik denk dat bijna niemand hier bezwaar tegen zal hebben.

 

Maar dan gaat het verder met het meten op het consultatiebureau. Alle gegevens worden keurig in een grafiek verwerkt en besproken. Mijn eigen moeder vond de verpleegkundigen in de jaren '60 nogal betuttelend en zo heb ik dat zelf op bepaald gebied ook ervaren. 

 

 

 

 

 

 

 

Ook op school wordt er gekeken of je kind binnen de norm valt. Zo mag een school een kind dat nog niet zindelijk is bij binnenkomst bijvoorbeeld weigeren. Want niet zindelijk zijn op je 4de is niet normaal.

 

Ons onderwijssysteem is vanuit de ontwikkelingspsychologie ingericht op wat normaal is voor het gemiddelde kind. Dit geldt voor de cognitieve, sociale, emotionele en motorische ontwikkeling. Maar wat is normaal?

 

Er is een groep kinderen die afwijkt van die norm vanwege zwakke executieve functies. Ze zijn wel slim maar kunnen bijvoorbeeld hun veters in groep 5 nog niet strikken. Zwakke executieve functies komen voor bij kinderen met labels zoals AD(H)D, autisme en dyslexie, maar ook bij kinderen zonder diagnose en bij hoogbegaafde kinderen. Ze zijn slim genoeg maar kunnen bepaalde zaken moeilijk op orde krijgen.

 

Vooral voor deze groep kinderen is het belangrijk dat de norm losgelaten wordt en dat het later ontwikkelen van deze functies als normaal wordt gezien.

 

 

Wat is normaal?
Wat is normaal?

 

Executieve functies wat zijn dat?

 

Executieve functies zijn de functies in je brein die het mogelijk maken dat je rationele beslissingen neemt, impulsen beheerst en kunt focussen op wat belangrijk is. Er worden door Dawson & Guare en Cooper-Kahn & Dietzel elf vaardigheden onderscheiden:

 

Respons-inhibitie: nadenken voordat je iets doet.

Werkgeheugen: informatie in je geheugen houden bij het uitvoeren van complexe taken.

Emotieregulatie: emoties reguleren om doelen te behalen of gedrag te controleren.

Volgehouden aandacht: aandachtig blijven, ondanks afleiding.

Taakinitiatie: op tijd en efficiënt aan een taak beginnen.

Planning/prioritering: een plan maken en beslissen wat belangrijk is.

Organisatie: informatie en materialen ordenen.

Timemanagement: tijd inschatten, verdelen en deadlines halen.

Doelgericht gedrag: doelen formuleren en realiseren zonder je te laten afschrikken.

Flexibiliteit: flexibel omgaan met veranderingen en tegenslag.

Metacognitie: een stapje terug doen om jezelf en de situatie te overzien en te evalueren.

 

Mijn eigen kind kon bijvoorbeeld op zijn 11de verjaardag zijn veters nog niet strikken terwijl hij verbaal op het niveau van een 17 jarige zat. Een filmpje op Youtube zorgde voor een doorbraak. Veters strikken bleek ook op een andere manier mogelijk. Wat was hij trots! Op Koninginnedag heeft hij het op de vrijmarkt gratis gedemonstreerd en aan anderen geleerd.

 

Maar ook het aankleden verliep niet vlot. Hij kon zijn kamer nog niet alleen opruimen en over huishoudelijke taken hadden we ook de nodige strijd. Toch zag ik dat het geen onwil was maar gewoon nog niet kunnen.

 

Op school werd dit niet altijd begrepen. Zo schreef hij zich bijvoorbeeld in voor een workshop proefjes doen. Daar had hij echt zin in. Aan motivatie was geen gebrek. Hij is echter nooit bij de workshop aangekomen omdat hij geen besef had van tijd, niet kon klokkijken en geen idee had waar hij moest zijn. 

 

 

Trainen of afwachten?

Het apart trainen van deze vaardigheden heeft volgens mij weinig nut omdat de hersenrijping en de balans tussen rechter- en linkerhersenhelft gewoon anders verloopt. Het komt wel maar later en voor sommigen betekent het dat deze vaardigheden altijd zwakker zullen blijven. 

 

Wat helpt wel?

Geduld, verwachtingen los laten, norm loslaten, meer werken met je handen, werken aan 3-D projecten en heel veel spelen en sporten. 

Door meer te spelen en te bewegen kom je vanzelf meer in balans. Eigenlijk heel natuurlijk. 

 

Sir Ken Robinson gebruikt de metafoor van de landbouw: In een zaadje zit het talent om te groeien tot een plant. Een plant heeft een eigen tempo, eigen mogelijkheden of wel talenten. Je kunt planten niet sneller laten groeien door er blaadjes aan te plakken.

 

De realiteit op school is meestal anders. Kinderen zitten vaak de hele dag achter hun tafeltje te werken in het platte vlak. Er moet immers een programma afgedraaid worden en er is nog steeds een leerstofjaarklassensysteem. Lukt het niet, dan gaan we het kind repareren maar wat je denkt te moeten repareren is mogelijk helemaal niet stuk. De ontwikkeling verloopt gewoon anders!

 

Het vraagt van jou als ouder of als leerkracht wel inzicht en begrip. Je kunt je zonder oordeel afstemmen op de mogelijkheden van het kind. 

 

 

Ingrid Verkuil.

 

 

 

 

 

In mijn boek 'Mogen zijn wie je bent, dat is geluk!' vertel ik meer over wat kinderen met labels mij hebben laten (in)zien.

 

Je kunt mij volgen op Facebook:

- Mogen zijn wie je bent, dat is geluk

- Gaaf Kind

- De Reis van Pippi Langkous

 

www.gaafkind.nl

Reactie schrijven

Commentaren: 0

 

Contact:

ingridverkuil@gmail.com

 

06-17116863